Bijzondere anemonen

In e-Spekkoek nr. 51 schreef ik over het in het Duitstalige deel van België gelegen dal van de Hohn. Inmiddels zijn de meeste wilde narcissen uitgebloeid, en wordt nu het decor met name bepaald door hellingen vol met anemonen. Op de meeste plaatsen is dat de ook in Nederland vrij algemeen voorkomende Bosanemoon, die met zijn witte en soms een beetje roze bloemen zorgt voor een schitterend tapijt in het bos. Meestal iets lager gelegen, vaak langs de Hohn of de Geul, zie je echter ook hele stukken met Gele anemoon, een in Nederland uiterst zeldzame plant. Behalve op enkele plaatsen in Zuid-Limburg (onder meer bij Wijlre) vind je de Gele anemoon in ons land eigenlijk alleen maar rondom landgoederen: net als het Maarts viooltje (e-Spekkoek nr. 50) een voorbeeld van een stinzeplant. 

Gele anemoon (Hohnbachtal, België)
Naar Nederlandse begrippen heeft Zuid-Limburg al een unieke flora. De zuidelijke ligging, de hoogteverschillen alsmede het voorkomen van löss en kalk in de bodem vormen hiervoor de belangrijkste verklaringen. Van veel Centraaleuropese plantensoorten - die vooral houden van een landklimaat - reikt het verspreidingsgebied net wel of net niet in Zuid-Limburg. Kan de plantenliefhebber in het Zuidlimburgse mergelland zijn hart al flink ophalen, een stukje over de grens richting Ardennen of Eifel komt de botanist nog veel meer aan zijn trekken. Het is natuurlijk niet overal even interessant, je moet de plekjes wel een beetje weten te vinden. Een schitte-rend gebied ligt bijvoorbeeld bij Schönecken in de Duitse Eifel, waar wij ieder jaar ook wel minstens één keer gaan kijken.

Wildemanskruid (Schönecken, Duitsland)
Daar troffen we onlangs hellingen vol met ons vrolijk aankijkende anemoonachtige bloemen aan. Bij nadere bestudering bleek het hier te gaan om het in 1968 voor het laatst (als wilde plant) in Nederland gesignaleerde Wildemanskruid. Alleen al deze vondst rechtvaardigde het anderhalf uur durende ritje naar Schönecken, om nog maar te zwijgen van allerlei andere bijzonderheden daar. Maar daarover wellicht meer in een volgende e-Spekkoek.

(e-Spekkoek nr.53, 3 mei 2003)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten