Krijt, mergel en kalkovens

Zuid-Limburg wordt ook wel het mergelland of het krijtland genoemd. Deze benamingen slaan op de aanwezigheid van kalksteen in de bodem. Eigenlijk mag van mergel noch krijt worden gesproken. Mergel is in de geologie namelijk een meer klei bevattend soort gesteente. En met (school)krijt heeft de Zuidlimburgse kalk evenmin te maken: dat wordt van een veel fijnkorreliger materiaal gemaakt. Zo’n 65 miljoen jaar geleden trok de krijtzee zich uit deze streken terug en de achtergebleven overblijfselen van zeediertjes zoals schelpen vormen nu de kalksteen.

Kalklaag aan de oppervlakte bij Wijlre (L)
 Deze kalk vormt een belangrijke verklaring voor de bijzondere flora in Zuid-Limburg. In een volgende e-Spekkoek zal ik nog nader ingaan op de kalkgraslanden met karakteristieke planten zoals orchideeën. Tussen de in de grond zittende kalklagen bestaan verschillen: in de omgeving van Maastricht worden van oudsher blokken gezaagd die hun toepassing in de huizenbouw vinden; meer oostelijk is de kalk daarvoor te zacht. Daar was de kalk wel weer grondstof voor de kalkovens, waarvan de laatste tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw in gebruik waren.

Restanten van een kalkoven bij Wijlre (L)
Hierin werd kalksteen (CaCO3) met steenkool verhit en omgezet in gebrande kalk (CaO) die vervolgens werd geblust met water. Met deze gebluste kalk werd gemetseld en ook gebruikt voor de productie van witglas. Met name vanwege de opkomst van de cementindustrie werden de kalkovens overbodig. Hier en daar zie je nog de restanten in het landschap, meestal niet meer dan een door planten overwoekerde hoop stenen. De laatste jaren zijn er enkele als cultureel erfgoed gerestaureerd waardoor deze industriële monumenten behouden blijven. Voor vleermuizen vormen de kalkovens nu een favoriete plaats om te overwinteren.

(e-Spekkoek nr. 42, 30 november 2002)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten