Heksenkring en Berkeboom

Op een grote paddestoel, rood met witte stippen.
Zat kabouter Spillebeen, heen en weer te wippen.
Krak zei toen de paddestoel, met een diepe zucht.
Allebei de beentjes, hoepla in de lucht!

Wie kent niet dit kinderliedje waarin de vliegenzwam wordt bezongen? Maar hoeveel kinderen zouden in de gaten hebben gehad dat Catweazle vliegenzwam in zijn toverdrankjes verwerkte, als hij weer eens Amanita muscaria aan zijn brouwsel toevoegde? Niet voor niets hield hij de pad (!) Touchwood als huisdier. Kortom: paddenstoelen in het algemeen en de vliegenzwam in het bijzonder worden al van oudsher in verband gebracht met kabouters, heksen, tovenarij en dergelijke.

Afgelopen weekend heb ik de vliegenzwam weer voor het eerst dit jaar gezien. Niet echt heel zeldzaam, maar toch altijd weer leuk als je deze prachtige paddestoel tegenkomt. Kijk vooral op plekken bij berken. Ik ben altijd van de Vliegenzwam afgebleven, want ik heb geleerd dat hij zeer giftig is. Onlangs las ik dat je door het eten van bepaalde delen van deze paddestoelen ‘high’ wordt, dus misschien ga ik dat eens uitproberen…

Vliegenzwam
Hoewel je het hele jaar door paddestoelen kunt zien, verschijnen de meeste soorten toch wel in het najaar. Het eigenlijke organisme zit onder de grond. Dat zijn de schimmeldraden oftewel het mycelium. Daaruit groeien de paddestoelen die de sporen verspreiden. Sporen worden wel met zaden van planten vergeleken, maar dat is niet helemaal juist. Ze zijn namelijk niet het gevolg van bevruchte vrouwelijke bloemen zoals bij echte planten.

Paddestoelen hebben geen bladgroen en onttrekken benodigde stoffen aan plantenmateriaal. Veel paddestoelen zijn daarom onlosmakelijk verbonden met bepaalde plantensoorten en voor de vliegenzwam is dat meestal de berk, soms ook de eik of de den. Een opmerkelijk verschijnsel is de heksenkring: tal van paddestoelen die precies in een cirkel staan. Dit komt omdat bij sommige soorten de paddestoelen allemaal aan de rand van het wortelstelsel naar boven komen. Ook dit typische verschijnsel werd vroeger kennelijk aan magische krachten toegeschreven.

Maar kabouter Spillebeen, ging toch door met wippen.
Op de grote paddestoel, rood met witte stippen.
Daar kwam vader Langbaard aan, en die zei toen luid:
“Moet dat stoeltje ook kapot? Spillebeen, schei uit!”

(e-Spekkoek nr. 37, 21 september 2002)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten