Oog in oog met… de das

“Zeer schuw en zelden te zien” schrijft de basisgids Flora en Fauna van Natuurmonumenten over de das. En inderdaad hebben de meeste mensen die ik er over spreek - en dat zijn meestal toch ook natuurliefhebbers - nog nooit een das in het wild gezien. Hooguit vangt men ’s nachts een glimp op vanuit de auto als een dier in het licht van de koplampen terechtkomt, of erger: als een das wordt aangereden. Het verkeer is namelijk zijn grootste vijand.

Gelukkig heeft men de laatste jaren allerlei beschermingsmaatregelen getroffen. In Zuid-Limburg - de streek in ons land waar de meeste dassen voorkomen - zijn bijvoorbeeld tal van wegen in het buitengebied afgesloten voor het doorgaande verkeer en onder drukke verkeerswegen zijn soms dassentunnels aangelegd. Hierdoor is de populatie dassen weer behoorlijk toegenomen. De das is een vrij fors beest (bijna één meter lang) met korte poten en een karakteristiek gestreepte kop. Hij heeft een gevarieerd menu: wormen, insecten maar ook grotere dieren zoals jonge konijnen en muizen. Daarnaast houdt hij van plantaardig voedsel zoals bessen en paddestoelen en in het voorjaar vindt hij vooral de bloeikolven van de aronskelk een lekkernij.

Wie dassen wil zien, moet precies op het juiste moment naar de juiste plek gaan en daarnaast ook nog een flinke dosis geduld en geluk hebben. Dassen zijn nachtdieren die ’s avonds pas na negenen uit hun holen (burchten) kruipen. Een kans maak je dus met name in de weken voor en na de langste dag van het jaar, omdat het dan lang licht blijft. In de loop van de jaren hebben wij in de omgeving van Wijlre diverse plaatsen ontdekt waar je deze schuwe dieren  vaak kunt vinden. Meestal zien we slechts wat geschuifel in de verte, maar af en toe laten ze zich ook wat beter bekijken.

Das
Een keer kwam in een weiland een das recht op ons aflopen; hij had ons kennelijk totaal niet in de smiezen. Ze kunnen heel slecht zien, maar horen en ruiken des te beter. Het was met de camera in de aanslag en de adem ingehouden afwachten tot het dier op minder dan twee meter afstand was genaderd. Toen het fototoestel klikte keek de das op, we staarden elkaar enkele tellen aan, waarna hij hard wegholde. Een werkelijk unieke belevenis!

Voor wie al dit speurwerk in de schemering een beetje te ver gaat, kan tijdens het wandelen toch de nodige sporen van dassen ontdekken. Hun burchten zijn meestal te vinden in de taluds langs holle wegen en hellingen in het bos. De holen en soms grote hopen uitgegraven aarde verraden de aanwezigheid van een dassenburcht. Onder de grond bevinden zich uitgebreide gangenstelsels en tal van kamertjes. Een beetje burcht heeft zelfs een aparte WC. Buiten graven ze voor hun keutels eerst een kuiltje: ook dat duidt voor de oplettende wandelaar op het voorkomen van dassen. Tevens kun je op tal van plaatsen hun vaste paadjes met ons eigen pad zien kruisen.

(e-Spekkoek nr. 57, 28 juni 2003)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten